Afstanden meten
Technieken > Oriënteren
Om kleine afstanden te meten kan je natuurlijk een liniaal of meetlint gebruiken. Maar die heb je tijdens de hike niet bij je…
Als je een paar vaste maten van je lichaam weet, dan kan je heel makkelijk afstanden schatten.
Vul dit schema in (en neem mee op hike of tocht!!):
Spanwijdte hand (gespreid van duim tot pink) Voetlengte Hoogte van je middel Elleboog tot vingertop Lengte van 1 stap 1 meter is met gestrekte arm van vingertop tot | ............ cm ............ cm ............ cm ............ cm ............ cm ...................................................... |
Om grotere afstanden te meten zijn er een paar manieren. Ze hebben allemaal te maken met wiskundige driehoeken. Maar met een paar kleine vereenvoudigheden kan iedereen er mee werken.
De hoogte van een toren
De hoogte van de toren is: de afstand van je oog tot de voet van het object (100m) maal de lengte van de stok (2m) gedeeld door de afstand van je oog tot de voet van de stok (3m). De hoogte van de toren is hier dus 67 meter.
De breedte van een rivier
Gebruik je kompas om de hoeken in te stellen.
Tegenover een duidelijk herkenbaar object aan de overkant [B] (b.v. een boom) zet je een hoek van 90° uit [A]. Loop langs deze 90° lijn tot je een hoek van 45° maakt met punt B. Dit is punt C. De breedte van de rivier [AB] is gelijk aan de afstand van jou tot punt A [AC].
Tegenover een duidelijk herkenbaar object aan de overkant [B] (b.v. een boom) zet je een hoek van 90° uit [A]. Loop langs deze 90° lijn tot je een hoek van 45° maakt met punt B. Dit is punt C. De breedte van de rivier [AB] is gelijk aan de afstand van jou tot punt A [AC].
De 'duimsprong'
Het is mogelijk met je duim afstanden te bepalen. Strek een arm op ooghoogte en steek je duim omhoog. Kijk met je rechteroog. Je ziet nu het object op punt A.
Kijk nu met je linkeroog over de top van je duim, zonder je duim te verplaatsen. Je ziet het object nu op plaats B. Nu moet je zo goed mogelijk de afstand (in werkelijkheid) schatten tussen punt A en B. Door de verhouding van de afstand tussen je ogen en de lengte van je arm kan je eenvoudig de afstand naar het object schatten:
Kijk nu met je linkeroog over de top van je duim, zonder je duim te verplaatsen. Je ziet het object nu op plaats B. Nu moet je zo goed mogelijk de afstand (in werkelijkheid) schatten tussen punt A en B. Door de verhouding van de afstand tussen je ogen en de lengte van je arm kan je eenvoudig de afstand naar het object schatten:
10 MAAL DE AFSTAND TUSSEN A EN B
Denk er wel aan dat fouten bij het schatten van de afstand tussen A en B tienvoudig doorwerken!
Als je afstanden schat let dan ook eens hier op:
Een object lijkt dichterbij als de lucht helder en schoon is, of als je over een wateroppervlak heen moet schatten.
Een object lijkt verder weg als het in de schaduw ligt, of als de lucht nevelig en ondoorzichtig is.